NK U18/U20 (voorheen A/B Junioren) in Amsterdam

* Etten-Leur, 20 juni 2022 – Van vrijdag 17 t/m zondag 19 juni streden 960 jongens en meisjes bij AAC Amsterdam om de  Nederlandse titels bij de junioren.

Ook van Achilles had een viertal atleten zich weten te klasseren voor deze Nederlandse Kampioenschappen. Anne Kieneker had zich ingeschreven voor de 100 en 200 meter, net zoals Sam Jansen. Eline Luteijn wist zich te plaatsen voor de 100 meter en Janne Lemstra had aan de inschrijfvoorwaarde voor de 3.000 meter steeplechase voldaan.

Series en halve finales 100 meter op vrijdag 17 juni
Op vrijdag moest de 16-jarige Anne aantreden op de 100 meter. Zij eindigde als vierde en kwalificeerde zich bij de 6 tijdsnelsten met een PR van 12.94 sec  voor de halve finale. 2,5 uur later kwam Anne tot plek 7 in 13.08 sec. Een mooi NK-debuut. Haar clubgenote Eline strandde in de 5e serie met 13.40 sec. Sam Jansen werd 7e in zijn serie 100 meter in 12.57.

Series 200 meter en 3.000 meter steeplechase
Op zondag kwam Anne 1/100 seconde tekort om zich op de 200 meter voor de halve finales te plaatsen. Met een PR (27.04) realiseerde de Achillesatlete een zesde positie in de 5e serie en moest ze afscheid nemen van haar eerste NK. Sam Jansen kwam ook uit ook op de dubbele sprintafstand en startte in de tweede serie, waar hij eindigde met een PR (25.29) op de zevende positie.

Janne Lemstra liep in de hoofdstad pas haar tweede officiële hindernisloop (*), en kwam zelfs in de buurt van het podium, Na een wedstrijd over 7,5 baanronde, waarbij er zevenmaal over een horde door de waterbak gesprongen moest worden en ook nog eens in totaal 28 keer over de 76,2 centimeter hoge horden moest worden gesprongen. Met een verbetering van haar PR met ruim 50 seconden (nu: 12:30.56) en een mooie 4e plaats kan ook zij terugkijken op een geslaagd NK-optreden.

foto: Coen Schilderman, de uitslagen van het NK U18/U20 staan hier. En hier kan je honderden foto’s van je favoriete junior vinden.

(*) De loop gaat over 3000 meter met 28 horden en zeven ‘sloten’. In elke ronde van 400 meter moeten vijf hindernissen (vier balken en een balk met waterbak) genomen worden. De hindernis is een op een horde lijkende balk, die tussen de 80 en 100 kilogram weegt. De officiële hoogte voor de balken is vastgesteld op 36 inch (91,44 cm) voor mannen en 30 inch (76,20 cm) voor vrouwen. Achter de vierde horde ligt onmiddellijk de waterbak. Deze is aan de kant van de horde maximaal 90 cm diep en loopt over een afstand van 3,66 m langzaam op tot het niveau van de baan. Aan het einde van de bak ligt een mat van zacht materiaal over de gehele breedte van de sloot. De loper mag de hindernis op zijn eigen manier passeren. Men mag daarbij zijn handen gebruiken, met de voeten op de balk gaan staan, met een voet aanraken of er gewoon over heen springen. (bron: wikipedia)